Share
Met anderstaligen werken houdt automatisch in dat je iets over de cultuur van iemands land hoort.
Af en toe zijn deze verhalen grappig, vaak informatief en soms verbazingwekkend.
Bijgebleven is het verhaal van mijn cursist (A.)uit Taiwan.
Hoe harder het regende, hoe vrolijker hij werd.
Zijn verhaal hierachter was het volgende:
A’s ouders vonden scholing erg belangrijk. Een 9 was niet goed genoeg. Hij moest zich blijven ontwikkelen. Zijn dagindeling bestond uit leren , naar school gaan en zijn ouders helpen in hun eigen zaak. Op dagen dat de zon niet scheen, waren er minder klanten en kreeg hij vrijaf om iets voor zichzelf te doen.
Regen vond hij dan ook zalig! Het gaf hem een gevoel van vrijheid.
Het gezin waaruit A. kwam, bestond uit vader , moeder , 3 zussen en 1 zoon ( A).
Al jong had A. bedacht dat de wereld groter moest zijn dan zijn eigen land.
Hij stond te popelen om die wijde wereld te verkennen maar zijn ouders hielden dat tegen.
Op een dag besloot hij een orakel te raadplegen, iets waar zijn ouders een heilig ontzag voor hadden ( Hij overigens ook).
Dit orakel gaf aan dat hem grootse dingen te wachten stonden in een land overzee.
Hij werkte op dat moment als informaticus voor een bedrijf en toen dit bedrijf iemand zocht, die voor 3 jaar naar Engeland wilde, meldde hij zich direct aan.
Het leven in Engeland was een hele nieuwe ervaring. A. vond het prettig om nieuwe mensen te leren kennen, verbaasde zich over de , in zijn ogen, “vreemde” gebruiken, genoot van het weer ( regen!) en vond het prima om 1x per week met zijn ouders te Skypen.
Toen het bedrijf hem vroeg of hij nog eens 3 jaar naar Nederland wilde, leek hem dat een mooie ervaring erbij.
Inmiddels waren zijn ouders minder blij over zijn plannen. Zij vonden het tijd voor de terugkeer naar Taiwan. Daarnaast werd er steeds meer druk op hem uitgeoefend om het familiebedrijf over te nemen.
Vader was inmiddels op leeftijd en ook voor zijn moeder werd het werken zwaarder.
Dat een van zijn zussen maar wat graag deze taak op zich wilde nemen werd genegeerd.
Het bedrijf moest volgens de regels over van vader op zoon en niet van vader op dochter.
Zijn leven in Nederland vond A. prettig. Hij was hier gelukkig, had vrienden gemaakt en werkte bij mij hard om zijn verstaanbaarheid te vergroten zodat hij beter kon spreken met zijn Nederlandse collega’s maar, zeker niet onbelangrijk, ook goed verstaanbaar was voor de vrouwen die hij tegen kwam tijdens het uitgaan.
Hoewel hij met heel veel liefde over zijn ouders sprak, vond hij het vervelend dat ze niet begrepen hoe belangrijk zijn huidige leven voor hem was.
Ze hadden er alles aan gedaan om hem te laten studeren, hadden zelf keihard gewerkt om zijn studie te kunnen betalen, waren trots op hem op wat hij bereikt had maar stonden er toch op dat hij hun schaafijs kraampje op de markt over zou nemen. Zij hadden , na jaren, het beste plekje op de markt veroverd. Voor hun zoon. Opdat hij een goed leven zou krijgen in Taiwan.